Categorie: Nieuws
30-06-2015 Natuurterrein of landbouwgrond voor de mestwetgeving?
In de praktijk is er veel onduidelijkheid over de vraag of een perceel voor de mestwetgeving gerekend moet worden tot landbouwgrond of tot natuurterrein. De mestwetgeving en ook de RVO is hier niet helder over. De bestemming van de grond is bepalend voor de vraag of grond meetelt voor de mestwetgeving, niet de gewascode. Percelen die gehuurd worden van natuurbeherende organisaties zijn meestal natuurterreinen voor de mestwetgeving.
Gewascode 332: geen landbouwgrond
In de Gecombineerde opgave is dit jaar onderscheid gemaakt tussen ‘Natuurlijk grasland, hoofdfunctie landbouw’ (gewascode 331) en ‘Natuurlijk grasland, hoofdfunctie natuur’ (332). Gewascode 332 telt niet mee voor de gebruiksnormen en ook niet voor derogatie.
Gewascode 331: mogelijk landbouwgrond
Bij gewascode 331 kan er sprake zijn van landbouwgrond, maar dit hoeft niet altijd. Gewascode 331 telt mee voor de gebruiksnormen als:
* Er een SNL-a pakket op de grond rust en/of
* Het natuurlijk grasland is met de hoofdactiviteit landbouw.
* Als het op het land is toegestaan dat er meststoffen op of in de bodem worden gebracht (door beweiding en/of bemesting) kan het land meetellen voor derogatie, anders telt het niet mee voor derogatie maar wel voor de plaatsingsruimte.
Als er een SNL-n pakket op de grond rust, telt de grond niet mee voor de meststoffenwet.
Natuurbeheerplan/IMNAB-kaarten
Elke provincie stelt jaarlijks een natuurbeheerplan op. In dit plan kan men vinden of een perceel de hoofdfunctie natuur heeft. Op de website www.portaalnatuurenlanschap.nl zijn zogenaamde IMNAB-kaarten te vinden, welke gebaseerd zijn op de natuurbeheerplannen. Heeft het perceel op de IMNAB-kaart een N-code, dan is er sprake van natuurterrein voor de mestwetgeving.
Aanpassen gebruiksnormenberekening of bemestingsplan
Het is raadzaam om nu de Gecombineerde opgave verzonden is na te gaan of de percelen op de juiste manier zijn meegenomen in de mestprognose of bemestingsplan. Is er sprake van natuurterrein, dan zal de op dit perceel aangewende mest via bemesting of beweiding op een andere wijze meegenomen moeten worden.
Bemesten of beweiden natuurterreinen
Indien u mest aanwendt op het natuurterrein zal hiervoor altijd een vervoersbewijs opgemaakt moeten worden. Op het vervoersbewijs moet opmerkingscode 34 gebruikt worden. De hoeveelheid stikstof en fosfaat mag forfaitair bepaald worden. De afstand tussen de productielocatie en het natuurterrein mag hemelsbreed niet meer dan 20 kilometer bedragen.
Bij beweiding van het natuurterrein zal het aantal dieren en de beweidingsduur in de mestadministratie bijgehouden moeten worden. Deze veebezetting kan dan in mindering gebracht op de totale veebezetting over het jaar.