Veel mestboetes die de laatste tijd worden opgelegd door de RVO zijn een gevolg van het scheiden van mest. Menig bedrijf past mestscheiding toe om daarmee de mest goedkoper en gemakkelijker te kunnen afzetten. Door afvoer van de dikke fractie behoeft er immers minder tonnen mest afgezet te worden voor dezelfde hoeveelheid stikstof en fosfaat. Niet zelden blijkt uit de analyseverslagen hoge gehalten aan stikstof en fosfaat van de afgevoerde mest. Klakkeloos wordt dit door de veehouder geaccepteerd, waardoor er nog minder mest wordt afgevoerd of de mestverwerkingsplicht van een andere veehouder wordt overgenomen. Het analyseverslag spreekt immers de waarheid. Of niet?
De RVO is uiterst kritisch op de hoge gehalten. Zonder een goede administratie en verklaring van de veehouder accepteert zij de hoge gehalten niet en worden deze naar beneden toe bijgesteld. Met gevolg een forse overschrijding van de gebruiksnormen, intrekking van derogatie en het niet voldoen aan de mestverwerkingsplicht. Dit leidt tot flinke mestboetes.
Simpel nadenken kan al veel problemen voorkomen. Voorbeeld: als er 100 ton mest gescheiden wordt met normaal 1,5 fosfaat per ton (totaal 150 kg fosfaat), dan kan daar onmogelijk 20 ton dikke fractie uit ontstaan met 15 kg fosfaat per ton (totaal 300 kg fosfaat). Laat staan dat er ook nog wat fosfaat in de dunne fractie achterblijft.
Wees daarom kritisch op het resultaat van de mestscheiding en zorg voor een goede administratie en bewijsstukken.